Kennismaking met meneer Corbusier

In de komende serie blogs, nemen we jullie mee in de verhalen van vier mensen. We hebben meneer Aerts, mevrouw Bochove, meneer Corbusier en mevrouw Duineveld. We zullen iedere persoon afzonderlijk aan jullie voorstellen, waarna we ze samenbrengen om te zien hoe zij zich tot elkaar verhouden in de communicatie. Dit blog is blog 3 uit een serie van 6.

Kennismaking met Carlos Corbusier

‘Carlos hier, Carlos daar! Carlos is de matchwinnaar!’ Een jongeman met donker krullende manen staat op de keukentafel in voetbaltenue met aan zijn voeten veel te kleine damespantoffels en een theemuts op zijn kop. Op de grote hoekbank in de salon zit een Spaans ogende vrouw die een baby de borst geeft, te schudden van de lach.
‘Kappen nou, Car! Die kleine krijgt nachtmerries nog voor hij weet wat het zijn.’
Hij stopt midden in zijn act en kijkt met quasi spijtig gezicht naar zijn vrouw.
‘Die kleine heeft al een nachtmerrie sinds hij mijn zoon is. Helaas. Maar goed. Papa zal dan straks op de club wel weer nachtmerrie zijn.’
‘Als papa zich maar wel weer tijdig en in enigszins niet al te compromitterende staat bij zijn gezin voegt en mama en Pepe zich weer niet hoeven te schamen tijdens het diner met mijn ouders.’
Hij zet een stemmetje op: ‘Maar lieve Juanita! Dan eten wij toch aardappeltjes vannnn…Celavita? Grapje. Ik ben om half vijf weer thuis.’
‘We gaan er maar geen klok op gelijk zetten.’
Carlos lacht en verdwijnt fluitend naar de slaapkamer om zich aan te kleden.

Ha, kijk! Een telefoon. Wat zullen we daar eens mee doen? Een keurige enkele reis richting de bovenste lade van het nachtkastje. En klappen voor de piloot, graag! Vandaag even geen Rode Kruis en al even helemaal geen “geval” Jansen. Dat loodsen we er maandag wel doorheen. Tien uur vergadering en kwart over tien de handjes op elkaar voor de snelle oplossing van Carlos. Geen probleem. Binnen tijd heb je tijd en met die tijd kun je schuiven. Klaar! Misschien kunnen we het nog een beetje opleuken. Als we een paar man met instrumenten kunnen charteren voor weinig geld en er nog een feestavondje aan toe kunnen voegen… Of ergens wat vuurwerk kunnen regelen… Kom op. Er kan genoeg. Voor het geval Anton met de brandvoorschriften gaat zwaaien zal hij alvast een rol serpentines in zijn tas proppen. Shit! De tas staat in de gang. Nou, die mikken we op weg naar de voordeur wel even in het zijvak.

Als hij even later in zijn auto zit, zijn z’n gedachten al bij de voetbalwedstrijd van die middag. Erg belangrijk is die niet. 5e klasse amateurs oftewel ‘FC bal op het dak’. Het hoogst haalbare is eeuwige roem in de kantine. Maar dat maakt niet uit. Het is mooi dat het kan. Je zal maar in een rolstoel zitten en aan de zuurstof hangen, dan zou je toch graag weer in zo’n wei met gasten rennen die ook geen poot kunnen voetballen. De aanblik van de ‘situatie’ schiet weer even door zijn hoofd. Het gesprek met de man zat zo vol pijn en verdriet, dat ook bij hem de woorden even te kort schoten. Carlos betrapt zichzelf op piekeren en rukt zich er uit los door de radio hard te zetten en het gaspedaal in te drukken. Klaar nu! We komen er hoe dan ook uit maandag. Al moet hij achter die boot aan roeien.

Thuis ruimt Juanita de ravage op die haar echtgenoot bij de keukentafel heeft achtergelaten. Ze heeft de moed opgegeven om Carlos tot een ordelijk mens te bekeren. Ze stapelt een paar aangebroken pakjes sigaretten op, in het postvak van zijn bureau. Glimlachend laat ze een rol serpentines in de vuilnisbak verdwijnen…