Ja of nee?

Theorie en praktijk. Er is niets zo leuk om een tijdje na een training te horen hoe iemand aan de slag is gegaan en wat het resultaat is geworden. Zo ontmoette ik in een training die over assertiviteit ging een deelnemer die heel graag wilde leren om zijn grenzen aan te geven en om zekerder over te komen. In de training hebben we daar enorm mee geoefend. Dat was niet makkelijk, voor niemand uit de groep trouwens. Oefenen kan behoorlijk confronterend zijn. Moedig sloeg de groep zich door de training heen.

Een tijd later kreeg ik een mail met daarin het resultaat. De deelnemer in kwestie, een teamleider, werd gevraagd om leiding te gaan geven aan een andere afdeling met de opdracht om bepaalde mensen op een zijspoor te zetten. Omdat deze persoon zich niet meer uit het veld liet slaan kon hij in het moment adequaat reageren en aangeven dat hij voor een dergelijke klus niet geschikt is. Ook gaf hij aan dat de periode waarin hij de leiding op zich zou moeten nemen, een te lange periode was. Waar deze persoon eerder overal ‘ja’ op gezegd zou hebben en zich vervolgens in een ongemakkelijke situatie gemanoeuvreerd zou hebben, heeft hij nu zijn grenzen aangegeven. Het mooiste komt nog: hij was verbaasd dat dit zo’n positief effect had en dat zijn omgeving zijn inbreng respecteerde.

Ergens leeft het beeld dat we overal ‘ja’ op moeten zeggen en dat we dan gezien worden als een goede medewerker. Iedereen weet dat dit in wezen niet zo is. Iemand die weet wat hij wil en waarom hij iets wil, wordt over het algemeen gerespecteerd en zo hoort het ook.