Kennismaking met mevrouw Bochove
In de komende serie blogs, nemen we jullie mee in de verhalen van vier mensen. We hebben meneer Aerts, mevrouw Bochove, meneer Corbusier en mevrouw Duineveld. We zullen iedere persoon afzonderlijk aan jullie voorstellen, waarna we ze samenbrengen om te zien hoe zij zich tot elkaar verhouden in de communicatie. Dit blog is blog 2 uit een serie van 6.
Kennismaking met Beatrice Bochove
De zon kietelt Beatrice deze zaterdag wakker. In de kastanjeboom voor het huis zingt een merel als voorbode van een mooie lentedag. Ze knipoogt naar de mollige kater die op een stoel in de hoek van de slaapkamer ligt. Voorzichtig om haar vriend niet wakker te maken, glipt ze uit bed. Hij was laat gisteren. Het moet gezellig geweest zijn op de voetbalclub. En dan op dit tijdstip aan zijn neus gaan trekken veroorzaakt meestal een ochtendhumeur van een uurtje. Daar is de dag te zonnig voor.
Ze dagdroomt naar de keuken en ziet de badge op de keukentafel liggen. Ze is er stiekem een beetje trots op. Haar naam onder het logo van het Rode Kruis. Ze heeft toch maar mooi twee dagen de organisatie mogen vertegenwoordigen op de stand op de beurs. Niet dat ze uitgebreid heeft gesproken met mensen. Het bleef vaak bij een foldertje in de hand geven van iemand die lang genoeg treuzelde bij de stand of het beantwoorden van een vraag. En zelfs dat was vaak lastig. Wat zeg je wel en wat zeg je niet. Ze voelde zich onzeker tussen haar collega’s. Die eerste dag met Anton was helemaal geen pretje. Tsja, Anton is nu eenmaal iemand die van de kelder tot aan de nok over de organisatie kan praten. Tijdens zijn duidelijke en infomatieve gesprekken met bezoekers, voelde het alsof ze net fietsen had geleerd en nu al haar leraar kwijt was. De tweede dag ging iets beter. Carlos babbelde wel veel en vlot, maar schoot heen en weer door de stand, met steeds weer een ander aanmeldformulier in zijn handen. En bij iedere keer passeren was er wel even contact. Snel een vraagje tussendoor. Knipoog. Grapje. Heerlijk dynamisch.
Eerlijk gezegd was ze er ook niet voor de volle honderd procent bij. De ‘situatie’ Jansen speelde door haar hoofd. Wat moest je daar nou weer mee? Het is zo zielig voor die man en je gunt hem dat toch? Maar ja, het is natuurlijk niet zomaar wat en er kan een hoop misgaan. Drie keer raden wie er dan de pineut zijn. Maar toch…als je de risico’s van te voren goed doorspreekt en tot een overeenstemming komt met beide partijen… Ze wil toch nog eens weten wat Antons visie op het geheel is. Die van Carlos weet ze wel. Die zou nog een nest jonge katten aan boord smokkelen. Ze friemelt aan de Senseo en drukt met haar hand op de kap als de koffie doorloopt, om het ding niet al te veel lawaai te laten maken. Ze kijkt op het schermpje van haar smartphone, plaats een glimlachende gedachte uit de Happinezz op haar Facebook en scrollt dan door haar logboek naar Antons nummer… Voicemail…
Met twee bekers koffie loopt Beatrice terug naar de slaapkamer en vleit zich op de grond tegen het bed bij het hoofd van Danny. Voorzichtig houdt ze de koffie onder zijn neus en grinnikt als hij zich met een grommend geluid omdraait. Die is in ieder geval voorzichtig genoeg wakker gemaakt. Dit was de eerste plof van de startmotor op weg naar het, bijna vaste, kussengevecht van zaterdagmorgen. Langzaam ziet ze zijn gemillimeterde kop boven het dekbed uitkomen en staart verliefd in zijn lodderige ogen. Een gespierde arm met de tatoeage van het embleem van zijn regiment komt tevoorschijn en grijpt naar een kussen. Vlug schuift ze de koffiebekers veilig achter het nachtkastje en is in een sprong op het bed. De kater weet wat er komen gaat en vertrekt op een sukkeldrafje met een hooghartige kop uit de slaapkamer. Vijf minuten en een slagveld verder zitten ze in bed aan de koffie.
“He bah! Heb je aandelen bij de Suikerunie?” Danny trekt een vies gezicht.
Haar gezicht betrekt. Had ze daarom koffie gezet? En net was het nog zo leuk!?!
In de keuken riedelt haar telefoon.