In de vakantietijd heb ik mogen samenwerken met een groep vrijwilligers tijdens een bootreis voor gasten die zonder de steun van vrijwilligers niet op vakantie zouden kunnen. Prachtig werk om te doen. Een leuke uitdaging om in een team van vrijwilligers te werken die ik voor een gedeelte niet kende. Het leverde enkele ‘spannende’ situaties op. Ik vond het mooi om deze situaties mee te maken. Het maakte mij alert op datgene wat veel teamleden in de praktijk meemaken en ook waar teamleiders tegenaan kunnen lopen in de aansturing van hun team.
Wie heeft gelijk?
Als teamleider heb je doorgaans te maken met een team wat al geformeerd is en niet iedereen is even blij met alle collega’s. Hoe ga je daar dan als teamleider mee om, maar ook, hoe ga je daar als teamlid mee om.
Ditmaal moest ik mezelf als teamlid zien te handhaven. En jawel, er is een moment geweest waarop ik bedacht heb ‘ga ik nu mijn punt doordrijven of niet?’ Ik heb mijn punt niet doorgedreven en daar had ik een paar redenen voor. Allereerst kende ik de drijfveer van de andere vrijwilliger. Hij wilde niets liever dan een goede week voor de gasten verzorgen. Met andere woorden, daar zaten we op dezelfde golflengte. Vervolgens heb ik gekeken naar zijn kwaliteiten. Die was hij volop aan het inzetten. Ik had alleen last van zijn minder sterke kanten. Daar kon ik mijn focus op houden, maar gelukkig heb ik de kans benut om dat niet te doen. Daarnaast had zijn actie geen schadelijke gevolgen voor ons beider doel, een goede zorg voor de gasten. De risico’s beheersen blijft een belangrijk uitgangspunt. En als laatste heb ik me afgevraagd of onenigheid iets zou toevoegen of veranderen. Mijn inschatting is geweest dat dit niet zo was.
De gulden middenweg
Ik heb de situatie niet op de spits gedreven en ik ben de situatie niet uit de weg gegaan. Door deze mooie middenweg is er wel een soort bewustwording op gang gekomen en kwam er ook een handreiking van zijn kant. Overigens realiseer ik me goed dat dit een week was en dat de praktijk weerbarstiger kan zijn als je jaar in jaar uit met iemand moet samenwerken wat niet echt klikt.
De ideale samenwerkingssituatie
In deze week leerde ik het dat je ‘de ideale samenwerkingssituatie hebt als’:
– er een vertrouwensbasis is tussen de teamleden
– er onderling zo gecommuniceerd wordt dat de teamleden elkaar verstaan
– de teamleden een persoonlijke klik hebben
– de teamleden elkaar aanvullen qua vaardigheden
Een goede praktijksituatie
Een goede praktijksituatie heb je als:
– Er respect is voor elkaars kwaliteiten en begrip voor elkaars valkuilen
– De teamleden het grotere doel voor ogen houden
– Je het principe van geven en nemen toepast
Kortom, je kan prima samenwerken met iemand waarin je in je privé leven niet een biertje zou drinken en waarmee je dus niet de ideale samenwerkingssituatie hebt. Daar ben ik van overtuigd!