In de blogs van de afgelopen weken hebben jullie kennisgemaakt met de vier denkwijzes in de personen van Anton Aerts (A-denkwijze), Beatrice Bochove (B-denkwijze), Carlos Corbusier (C-denkwijze) en Daphne Duineveld (D-denkwijze). Jullie hebben in hun hoofden de gedachten kunnen horen die ze op een doorsnee dag thuis hadden waaronder de situatie van Meneer Jansen. In onze laatste blog hebben jullie kennisgemaakt met meneer Jansen en zijn situatie. Een uitdagend vraagstuk waarin zakelijke risico’s en menselijkheid met elkaar in balans gebracht moeten worden. ’s Maandags wordt de situatie besproken in een vergadering…
In de masterclass van gisteren hebben de deelnemers nagedacht over het verloop van deze vergadering. Ze kwamen tot de volgende conclusie: Vanuit de primaire gedachte van de denkwijzes gaat men verschillend om met zakelijkheid, mensfactor, risico’s en consequenties doordenken en verantwoordelijkheid. Kent men de denkwijzes dan kunnen bepaalde uitspraken makkelijker geduid worden en daardoor beter begrepen. Vanuit de waardering voor de inbreng van verschillende gezichtspunten ontstaat openheid en het luisteren naar elkaar, zodat ook echt een goede balans gevonden kan worden.
De volgende vergadertips kunnen daarbij helpen:
Vergadertips
- rondje doen zodat iedereen zich uit kan spreken;
- duidelijke vergaderdoelen en agenda;
- agenda op tijd zodat men zich kan voorbereiden;
- afwisselende werkvormen (zoals brainstorm, besluitronde, discussie, rondje, stemming etc);
- actie en besluitenlijst (ipv uitgebreide notulen);
- staande vergadering (zodat iedereen in een actieve houding is).
Hieronder het vervolg van het verhaal van onze personages…
D-day
Maandagmorgen. Half tien. Op een klein kantoor aan het Leeghwaterplein in Den Haag is het opvallend rustig. Alsof de machinerie van een fabriekshal staat op te warmen voor het draaien van een nieuwe batch. Carlos hangt achterstevoren in zijn bureaustoel. Zijn kin steunend in zijn linkerhand en achteloos met zijn rechterhand vegend met de muis van zijn computer. Tegenover hem zit Anton zijn stapeltjes te maken van de mapjes uit zijn aktentas. Een pluk van zijn haren heeft kennelijk niet meegewerkt, vanochtend. ‘Heb je onder een brug geslapen vannacht?’ grinnikt Carlos, zonder van houding te veranderen? Anton glimlacht bijna beleefd terug en is blij met de afleiding die Beatrice hem bezorgt middels een beker koffie. In de hoek foetert Daphne tegen haar pc in de hoop dat het werkgeheugen van het ding sneller gaat werken. ‘Ga je lekker?’ vraagt Carlos, die een manier lijkt te zoeken om wat leven in de brouwerij te krijgen. ‘Pas jij nou maar op dat je niet struikelt over de wallen onder je ogen.’ Bitst ze terug. ‘Over struikelen gesproken; Ik ben me even aan het inleven in de situatie. Tot zo!’ Hij pakt zijn koffiebeker en loopt, frunnikend aan zijn borstzakje, richting de trap. Het is dan ook tien uur geweest als hij als laatste het kleine vergaderhokje met de glazen wanden inloopt met zijn handen vol. Hij schopt de deur dicht en de ruiten houden het maar net. Voor hij gaat zitten imiteert hij een vis naar een langslopende collega op de gang. Het hokje staat nu eenmaal bekend als het aquarium.
Met een afkeurende blik op de rommelige stapel die Carlos voor zich neer heeft gekwakt, zegt Daphne: ‘Gezien de ordelijkheid van de stukken, lijkt het me handig dat Anton zich eerst maar eens uitspreekt over de casus van Meneer Jansen.’
Anton haalt diep adem en begint alsof hij de VN-raad toespreekt: ‘Kijk. We hebben hier in het midden de algemene voorwaarden. Daar overheen heb ik deze casus gelegd en ben ik met een lijstje gekomen van de voor en tegens van deze situatie. Het ritsje medicijnen wat meneer slikt en de aanwezigheid van zuurstof zou geen probleem moeten zijn. Maar aan de andere kant is het risico op complicaties bij het grillige verloop in de huidige toestand nogal zorgwekkend. Meneer kan met onverwachte uitvallen te maken krijgen. Er kunnen acute noodsituaties optreden, waarbij eerste hulp dient te worden verleend om meneer op de been te houden. Het personeel aan boord is daarop getraind, maar moeten we medepassagiers aan deze eventuele ervaringen blootstellen. En wat te doen als er een dusdanige plotselinge verslechtering op treedt en het schip ligt ergens bij Koblenz. Dienen we meneer dan per helikopter in grote spoed terug naar huis te halen voor zijn laatste uren?’
Beatrice kijkt een beetje onthutst na de droge uiteenzetting en reageert: ‘Maar de behandelend arts geeft hem zes maanden tot een jaar!’
‘Ja,’ zegt Anton ‘Maar dat is ook geen wet van Meden en Perzen. De toestand is dusdanig instabiel dat je ook niet gek hoeft te kijken als meneer binnen drie weken tijd, de pijp aan Maarten geeft…’
“Ik snap jou even niet, hè?’ begint Carlos, ‘Als jij nou zo goed “nee” kan zeggen, waar is dat groene mapje van je dan voor? Vertel mij eerst eens waarom het wél kan?’
‘Hij zei toch niet dat het NIET kan?’ onderbreekt Daphne, ‘Ik ben wel benieuwd wat jouw lezing is.’
‘Vrij simpel.’ Zegt Carlos, en gaat er eens relaxed voor zitten. ‘Kijk. Speculeren is geen zakendoen. Behalve op de beurs. Ja, hij kan een hartklap krijgen en met gezwinde spoed opteren voor een zeemansgraf…’ Hij grijnst even. ‘Zou ‘ie nog leuk vinden ook!’ Hij trekt zijn gezicht weer in de plooi, en legt zijn handen open op tafel. ‘Maar ook niet. Laten we de beslissing af hangen van wat ZOU kunnen of van wat WIJ kunnen? De vraag of we oude besjes, die al langer van het leven hebben kunnen genieten dan deze meneer ooit zal kunnen, moeten opzadelen met een soort van PTSS lijkt me hier nicht im frage. Bovendien mag je er ook vanuit gaan dat de meesten toch wel enigszins op de hoogte zijn gebracht dat ze niet in de spelersbus van Feyenoord zitten. Voor mij weegt het belang van de man op tegen het belang van medepassagiers en eventuele complicaties. Er is geen situatie denkbaar die we niet het hoofd kunnen bieden. Lastig? Dat wel. Nobody said it’s gonna be an easy ride!”
‘En bovendien,’ doet Beatrice begeisterd een duit in het zakje, ‘We hoeven toch niet alleen vanuit de regelgeving te denken? We zijn toch ook nog mensen? Buiten dat; staat er in die regelgeving van jou iets omschreven over onvoorziene omstandigheden?’
‘Het zit iets genuanceerder, Beatrice,’ glimlacht Daphne. ‘Anton houdt ook rekening met de rompslomp die het met zich mee brengt om de zaken in het uiterste geval tot een goed einde te brengen. Denk eens na wat er gebeurt als die meneer die, door Carlos voorgestelde, hartklap krijgt. Een zeemansgraf kan alleen nog maar in dat liedje van de Loreley. Kom, hoe was dat ook alweer…?’
‘Ich weiss nicht, was soll es bedeuten…” zingt Carlos zachtjes. ‘Heinrich Heine…ken je klassiekers.’
‘Juist,’ zegt ze. ‘Die, ja. We zullen dan een stoffelijk overschot moeten repatriëren. Dat geeft me nogal een hoop ellende!’
‘Goed,’ Pruilt Beatrice. ‘Maar wat vind jij dan?’
‘Nou…ik denk dat als we zoveel mogelijk eventualiteiten kunnen tackelen, dat we dan al een eind zijn. Maar ik denk dat de grootste struikelblokken moeilijk te tackelen zijn.’
‘Mooi!’ constateert Carlos. ‘We hoeven alleen maar van de dokter te horen dat hij die ene week niet de pijp uitgaat en nemen het risico van geschrokken medepassagiers op de koop toe. Een paar EMDR-behandelingen krijgen ze toch wel weer terug van hun verzekeraar. Kunnen we er nog een leuk tintje aan geven?’
‘Hoho,’Protesteert Anton, ‘Heb jij weleens een arts ontmoet die dat soort garanties afgeeft?’
‘Alleen die van mezelf.’ Grinnikt Carlos. ‘En dan alleen nog na zes bier op de club.’
‘Bijzonder komisch allemaal, maar hoe gaan we hier een advies over uitbrengen?’ pakt Daphne de draad weer op…
Anton : ‘Tsja…’
Beatrice : ‘Voor. Denk ik eigenlijk wel, ja…’
Carlos : ‘Voor! En een fles champagne van het huis!’
Daphne : ‘Tegen. Mits…’
Dick
op 08 Jul 2016