Deze week werd ik verrast door een opmerking van een collega. Ik bood letterlijk mijn hulp aan met de vraag: ‘Waar kan ik je mee helpen?’ en ik kreeg de volgende reactie: ‘Zeker uit een managementboek geleerd.’ Ik was verbouwereerd en ook wel gepikeerd. Als ik namelijk ergens een hekel aan heb is het aan riedeltjes uit een managementboek die toegepast worden zonder dat de persoon ze eigen heeft gemaakt. De tips uit managementboeken kunnen zeer wel werken, maar dan is het wel belangrijk dat je het niet toepast als een trucje, maar als een handvat waar je zelf van harte achter staat.
Allergie
Natuurlijk kon ik het niet laten om te vragen waar die vraag vandaan kwam. Hoe kan het dat er op een oprechte vraag dit antwoord komt. Wel, als snel bleek de allergie van deze collega te zitten in het zinnetje: ‘Wat denk je zelf of aan welke oplossing heb je zelf al gedacht.’ Hij reageerde dus iets te snel op mijn opmerking. Na even praten kwamen we er samen achter dat we allebei allergie hebben als het gaat om de vraag: ‘Wat denk je zelf?’ Als je dan een vraag stelt aan je leidinggevende omdat je er zelf niet uitkomt, dan wil je niet het bos in gestuurd worden met de vraag: ‘Wat denk je zelf?’, want die vraag heb je jezelf natuurlijk allang gesteld. En omdat je het antwoord niet weet ga je hulp vragen.
Leiderschap
Naast deze allergie proefde ik ook een bepaalde kijk op leiderschap. Blijkbaar had deze collega de vraag ‘Waar kan ik je mee helpen?’ niet verwacht. Voor mij is deze vraag de leidraad. Ik geloof namelijk dat je als leidinggevende en team samen een opdracht aan het vervullen bent. Niet de een boven de ander, wel de een met een andere taak dan de andere. Ik vind het een uitdaging om te kijken hoe ik mijn team zo goed mogelijk kan faciliteren. Als zij tot hun recht komen, dan ben ik veel effectiever, dan wanneer ik zelf hard bezig ben met allerlei randzaken en mijn team uit het oog verlies. De focus op het team geeft in mijn ogen het grootste resultaat.
Uitdaging
Kortom, het is een uitdaging om goed te blijven luisteren naar de ander en niet te snel conclusies te trekken. In de eerste instantie wilde ik omstandig uit gaan leggen dat mijn stijl van leidinggeven niet eentje is van de medewerker weer afschepen en het bos in sturen. Al gauw bleek dat het hier niet om mij ging, maar om de allergie van de ander. Door dat gesprek te voeren, kwamen we al snel op dezelfde golflengte. En, in dit gesprek kon ik uitleggen hoe ik tegen leiderschap aankijk en dat als ik mijn hulp aan bied, dat ook doe vanuit de volle overtuiging te willen helpen. Wat is er mooier dan samenwerken en met elkaar de klus te klaren?